Deze week is het een klein sprongetje van kippen naar KIPPIG!!!
Komt dat ZIEN!!!
Een vent wil op een meisjesschool als docent gaan werken. De eerste gesprekken met de directie waren goed, goede papieren en ervaring etc. De man heeft echter één probleempje, hij heeft een zenuwtik en knippert constant met één oog. De directeur zegt daarop dat hij zeker goed zal zijn voor de baan, maar dat een klas vol meisjes waar je steeds naar zit te knipogen wel problemen zal geven. De man antwoordt dat de tik weggaat op het moment dat hij aspirine inneemt. “Wel,” zegt de directeur, “laat dan maar eens zien.” De man grabbelt in zijn zak en haalt de eerste paar keer handenvol met condooms er uit. Vervolgens heeft hij het pilletje en slikt deze. De tik verdwijnt direct. Nu zijn de rapen echter gaar, want de directeur wil wel uitleg over de condooms. Een meisjesschool en dan zo’n vent die met die dingen op zak loopt, dat kan niet! “onee?” zegt de man, “heb jij wel eens bij een drogist met een knipoog om aspirine gevraagd?”
Een echtpaar zit op de bank nadat hun jongste kind het huis heeft verlaten om op kamers te gaan wonen. De man gaat lekker op zijn rug liggen met zijn hoofd in de schoot van zijn vrouw. Zijn vrouw doet zijn bril af en zegt liefdevol tegen hem: “Weet je lieverd, zonder jouw bril zie je er nog precies zo uit als de knappe vent waarmee ik trouwde.”
De man kijkt de vrouw vertederd aan en zegt: “Schatje, zonder mijn bril kan jij er ook nog wel mee door!”
Een jonge vrachtwagenchauffeur komt op de militaire keuring en wil graag afgekeurd worden.
Hij komt bij de keuringsarts en moet zich uitkleden.
“Beroep?” vraagt de arts.
“Vrachtwagenchauffeur.”
“Wat zijn je gebreken?” vraagt de arts.
“Mijn koplampen werken niet,” zegt de jongen.
“Hoe bedoel je?” vraagt de arts.
“Ik bedoel: ik heb slechte ogen.”
“We zullen eens zien,” zegt de arts en loopt naar de kaart met de kleine en grote letters.
De arts wijst op kleine letters:
“Kun je dit lezen?”
“Nee, sorry,” zegt de jongen.
De arts wijst op grotere letters:
“Kun je dit dan lezen?”
“Nee, sorry,” zegt de jongen.
De arts wijst op de allergrootste letters:
“Kun je dit dan lezen?”
“Absoluut niet,” zegt de jongen.
“Dat is inderdaad niet zo best,” zegt de dokter, “maar ik heb nog een tweede test.”
Nu laat de dokter een spiernaakte meid voor het bord gaan staan.
“Zie je wat?” zegt de dokter.
“Niets,” zegt de jongen.
“Nou,” zegt de dokter, “misschien werken je koplampen niet, je richtingaanwijzer doet het wel.”