vrijdag 2 maart 2012


Deze week hebben we het over mijnbouw en delfstoffen. Nu sloot de laatste  Nederlandse steenkolenmijn werd in 1974. Het harde leven van de mijnwerkers kwam ten einde. Omdat ik daar zelf weinig over kan vertellen kan men daar het best zelf voor naar Limburg gaan, want wie wil bekijken hoe de Nederlandse, maar vooral Limburgse, mijngeschiedenis verliep, moet naar het Nederlands Mijnmuseum. Typisch mijnwerkgereedschap als mijnlampen, afbouwhamers, stijlen en kappen zijn in het Limburgse museum te bewonderen. U vindt dit museum in Heerlen.

Ook kan men terecht in Valkenburg, alwaar men kan  afdalen in een echte steenkolenmijn. Het zwarte goud, zo werd steenkool vroeger wel genoemd, omdat het de allerbelangrijkste brandstof was om mee te koken en je huis mee te verwarmen. In de steenkolenmijn van Valkenburg krijgt de groep eerst een film te zien over de wereld van de mijnwerkers. Daarna dalen ze onder leiding van een oud-mijnwerker af in de mijn, waar van alles te zien is over het zware leven van mijnwerkers. Tijdens de rondleiding door de mijn wordt duidelijk dat het geen pretje was om in een steenkolenmijn te werken. Kruipend door het zwarte stof in een bloedhete mijn vol herrie. De gidsen die bezoekers rondleiden, hebben allemaal als mijnwerker in de kolenmijn gewerkt en vertellen dus uit hun eigen ervaring. Hun rondleidingen zijn niet alleen heel interessant, maar ook erg humoristisch.



Voor rondleidingen door anderssoortige mijn  kan men het beste naar Engeland gaan. Daar zijn oude koper-, tin- en zilvererts mijnen. Bijvoorbeeld de tin-mijnWheel Peevor in Cornwall:

...........................................................................en de kopermijnen in de Lake-district.
 
Sygun kopermijn