Voor het merendeel van de jeugdigen geldt:
In onze regio heeft de jeugd de laatst vakantieweek voordat ze weer in de schoolbanken belanden, we bereiden ons vast voor met het
weekthema van deze keer:
In onze regio heeft de jeugd de laatst vakantieweek voordat ze weer in de schoolbanken belanden, we bereiden ons vast voor met het
weekthema van deze keer:
Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
"Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?"
Waarop de student antwoordt: "Een telescoop."
"Goed," zegt professor, "en om naar bacteriën te kijken?"
"Een microscoop."
"Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?"
Waarop de student vraagt: "Kan dat dan?"
"Ja," zegt de professor.
"O Ja?? Waarmee dan?" vraagt de student.
"Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!"
Les 1:
ik ga naar school =tegenwoordige tijd
ik ging naar school = verleden tijd
ik zit op school = verloren tijd
ik werk voor school = stommiteit