donderdag 26 maart 2020

....... Naar een ander thema: de tijdswissel naar Zomertijd
****
Op de laatste zondag van maart begint elk jaar de zomertijd, of zoals de Vlamingen het noemen, het zomeruur. De zomertijd brengt lange, lichte avonden, maar ook slaapproblemen met zich mee. Hoe komt het dat je moet wennen aan het tijdsverschil?


Het idee achter de invoering van de zomertijd is dat we er energie mee besparen. Zouden we de klok niet verzetten, dan is het ’s zomers al uren licht voordat de meeste mensen wakker zijn. Dankzij de zomertijd blijft het ’s avonds langer licht, waardoor je de lampen nog niet aan hoeft te doen. 

Biologische klok

Zondag kun je misschien nog lekker uitslapen en merk je niet zo gek veel van de zomertijd. Ga je op een vaste tijd naar bed, dan heb je zondagavond misschien meer moeite met inslapen, omdat je een uur eerder onder de wol kruipt. Op maandagochtend rinkelt de wekker weer en moet je er ineens een uur vroeger uit. De klok geeft zeven uur aan, maar het lijkt pas zes uur. 
Hoe komt dat? Naast de wekker op je nachtkastje heb je ook een interne klok: de biologische klok. Deze wordt aangestuurd vanuit een gebied in de hersenen, de hypothalamus . Deze hypothalamus geeft hormonen af en reguleert de bloeddruk en lichaamstemperatuur.  Zo zorgt je biologische klok ervoor dat allerlei processen in je lichaam volgens een vast ritme verlopen. 

Daglicht

Als je voortdurend in het donker zit, zorgt de biologische klok er nog steeds voor dat je op min of meer gezette tijden slaapt en wakker bent. Alleen neemt een slaap-waakcyclus dan niet precies 24 uur in beslag, waardoor je slaaptijd steeds een stukje verder opschuift. Stel dat je een paar weken in een verduisterde kamer verblijft, dan zou je slaap-waakritme niet meer synchroon lopen met het dag-nachtritme buiten.
Je biologische klok heeft kennelijk licht nodig om in de pas te blijven lopen. Hierbij spelen allerlei hormonen een rol. Zo produceert de pijnappelklier als het donker is het hormoon melatonine, wat je slaperig maakt. Licht remt de productie van melatonine juist af. Licht stimuleert bovendien de aanmaak van cortisol en adrenaline, hormonen die je wakker en alert houden.

Mini-jetlag

Maak je een lange vliegreis naar een andere tijdzone, dan kun je te maken krijgen met een jetlag. Je biologische klok moet zich dan aanpassen aan de lokale tijd en dat duurt een paar dagen. In de tussentijd kun je last hebben van vermoeidheid, concentratie- en slaapproblemen en je gedesoriƫnteerd voelen. Hetzelfde gebeurt bij het ingaan van de zomertijd, maar dan op kleinere schaal omdat het verschil maar een uur is.
De meeste mensen zijn binnen een paar dagen gewend aan de zomertijd, maar sommigen slapen nog weken slecht. Vooral avondmensen hebben aanpassingsproblemen, zo bleek uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Waarom dat zo is, is nog niet bekend.

Tips

Ben jij zo iemand die door de zomertijd ’s ochtends niet uit bed kan komen en ’s avonds naar het plafond ligt te staren? Probeer de volgende tips:
  1. De snooze-knop lonkt, maar van een beetje verder dutten, word je echt niet fitter. Als je uitslaapt, stel je de aanpassing van je biologische klok alleen maar uit. Meteen opstaan dus. Zet je wekker aan de andere kant van de slaapkamer, dan moet je wel .
  2. Licht remt de aanmaak van melatonine en stimuleert de productie van ‘waakhormonen’. Kortom, van zon word je goed wakker. Doe meteen de gordijnen open, maak een ochtendwandelingetje of ga direct buiten sporten als je daar tijd voor hebt.
  3. ’s Avonds kun je het beste het licht zo veel mogelijk buitensluiten, zodat je lichaam melatonine gaat aanmaken. Verduisterende gordijnen kunnen helpen. Ook kunstlicht houd je uit je slaap, dus dim de lichten en kijk vlak voor je naar bed gaat niet meer naar je tv, tablet of telefoon. 
  4. Vind je vooral die eerste maandagochtend in de zomertijd lastig, sta dan op zondag alvast extra vroeg op. Dan kan je biologische klok wat eerder beginnen met aanpassen.
  5. Bij jonge kinderen die moeite hebben met inslapen door de zomertijd, kun je een paar dagen eerder al beginnen met het verzetten van de bedtijden. Breng ze steeds een kwartiertje vroeger naar bed, dan is de overgang minder groot.