maandag 9 april 2018


Zitten drie mannen in een café – Zegt de eerste man : “Mijn vrouw is net een Jaguar, zo mooi en gestroomlijnd.” Waarop de tweede man zegt: “Mijn vrouw is net een Volkswagen Golf, zo zuinig en betrouwbaar.” Zegt de derde man: “Mijn vrouw is net een Brandweerwagen : doe-dit-doe-dat-doe-dit-doe-dat-doe-dit-doe-dat”
Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp.
Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt: “Dag meneer de brandweer”.
Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen.
De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels.
Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht: “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt”.
“Dat weet ik,” zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”


Belt een collectant aan en de vrouw des huizes doet open. De collectant komt namens de vrijwillige brandweer. De vrouw roept naar haar man: ”Schat, het is voor de vrijwillige brandweer!” Roept haar man terug: “Nou, geef ze maar twee emmers water.”