woensdag 7 februari 2018

Watersnoodramp, februari 1953

Watersnoodramp 1953



Ook in de Ablasserwaard heeft men hoog water gekend. 


Het waterpeil in de Merwede steeg die bewuste nacht met de minuut. De buitendijks wonende mensen kregen hoog water op zaterdag 31 januari 1953, wat bleek....... De dijk bij Papendrecht was doorgebroken!

In Sliedrecht is de toestand eveneens zorge-lijk. Om zeven uur in de zondagsmorgens luidt de torenklok opnieuw. Op de grens tussen Giessendam en Sliedrecht is de dijk doorgebroken!

Met grote kracht stroomt het water al onder de ‘Witte Brug’ over de rijksweg de Sliedrechtse polder in. Deze wordt nu van twee kanten bedreigd. Gelukkig begint rond acht uur het water in de rivier te zakken, doordat het water in de polders ruimt krijgt. Honderden koeien worden uit de Binnenwaard, uit hun warme stallen, naar hoger gelegen delen gedreven. In de polder verdrinkt ook helaas veel vee.

De kadavers zijn maar moeizaam te verwijderen. De dode dieren worden naar de rijksweg overgebracht en vervolgens afgevoerd naar een destructiebedrijf.


Tijdelijk rijden er geen treinen meer. Dit komt doordat de spoorbaan tussen het Wantij en Baanhoek ernstig beschadigd is. De verbinding in de richting Gorinchem is volledig onmogelijk. Het station Sliedrecht ligt te midden van een enorme waterplas.
Die zondag 1 februari 1953 wordt er in niet één kerk een dienst gehouden. Verbijsterd luistert men naar de radio. Het besef van een nationale ramp dringt tot de mensen door.
Het water is tot de Peursumsevliet in Giessenburg gekomen. De dijk daar heeft het gehouden. Het geboortehuis van mijn man heeft met het achterhuis nog wel in het water gestaan, het voorhuis niet.

Mijn grootvader (wij wonen nu op zijn boerderij) is destijds nog wel geëvacueerd geweest. Niet omdat het water tot de boerderij kwam, maar uit voorzorg en omdat de melk anders niet verwerkt kon worden. De melkfabriek stond namelijk wel in het water. Mijn moeder en mijn grootouders zijn met hun vee geëvacueerd geweest in Hei-en Boeicop, bin familie De Jong. Daar had men geen last van het water.
(boerderij van Fam de Jong)