Een ouder echtpaar nodigde de buren uit om te komen eten.
Telkens als de oude man zijn vrouw iets vraagt, begint hij met ‘schat’,’lieveling’, ‘duifje’, ‘honnepon’ enzovoorts.
De buren waren onder de indruk, want het echtpaar was al bijna 60 jaar getrouwd.
Toen de vrouw even naar de keuken was, zei de buurman tegen de man :
“Ik vind het zo mooi dat u uw vrouw, na al die jaren dat u getrouwd bent, nog steeds koosnaampjes geeft”.
De oude man boog zijn hoofd. “Hou op”, zegt de man, “ik kan al tien jaar niet meer op haar naam komen!!!”
Jansen kan niet slapen, omdat ze bij de buren een feestje hebben. Urenlang staat hij tevergeefs op de muur te bonken.
De volgende middag komt hij de buurman tegen.
Zeg, heb je me vannacht niet op de muur horen bonken?
Ja, maar dat geeft niet hoor. We hadden toch een feestje.