De vakanties komen er weer aan...... en daarmee ook weer meer kansen voor:
Een man komt een politiebureau binnen en zegt tegen de dienstdoende agent: “Ik heb begrepen dat de inbreker die in ons huis heeft ingebroken gearresteerd is. Ik wil graag even een woordje met hem spreken”. De agent: “Ik begrijp dat u kwaad bent meneer, maar dit kan ik natuurlijk niet toelaten”. “Nee nee, u begrijpt me verkeerd,” zegt de man, “ik wil alleen maar van hem weten hoe hij binnen is gekomen, zonder mijn vrouw wakker te maken”.
Sjors Filipsen uit Medemblik ging naar bed, toen zijn vrouw zei dat er licht brandde in het tuinschuurtje,wat ze net kon zien uit het slaapkamerraam.
Sjors ging naar de achterdeur om het licht in het schuurtje uit te doen,toen hij zag dat er een paar kerels zijn spullen aan het jatten waren.
Gauw belde hij 112, en zei: er lopen dieven in mijn achtertuin, en die stelen mijn spullen.
De brigadier vroeg: zijn ze ook in huis? , en Sjors zei : nee.
Toen zei de brigadier: doe de deur goed op slot, dan komen we als we tijd hebben even langs, want alle politie-auto's zijn op dit moment ergens anders bezig.
Sjors zei: OK, hing op en telde tot honderd. Toen belde hij weer 112.
Met Sjors Filipsen, ik belde zojuist ook al dat er dieven in de tuin liepen, nou, ik heb ze zojuist allemaal neergeschoten.
En hij hing de telefoon weer op.
Binnen vijf minuten kwamen er drie politiewagens aanscheuren,en een ambulance.
De politieagenten rekenden de inbrekers in op heterdaad.
De brigadier kwam naar Sjors en zei: ik dacht dat jij ze had neergeschoten?
Sjors zei: Ik dacht dat jij geen auto's ter beschikking had?
Midden in de nacht drong een inbreker een huis binnen.
Hij liet zijn zaklantaarn door de huiskamer schijnen, op zoek naar kostbaarheden.
Toen hoorde hij een stem in het donker, die zei: “Jezus weet dat je er bent !”
De inbreker kreeg zowat een hart verzakking, knipte zijn zaklantaarn uit en bleef stokstijf staan.
Toen hij na een tijdje niets meer hoorde, schudde hij zijn hoofd en ging verder met zijn “werk”.
Maar nèt toen hij de dvd-speler naar zich toe trok, zodat hij de bedrading los zou kunnen maken, hoorde hij, luid en duidelijk: “Jezus kijkt naar je !”
Helemaal overstuur scheen hij met zijn lantaarn om zich heen, op zoek naar de plek waar de stem vandaan kwam.
Uiteindelijk kwam de lichtbundel van zijn zaklamp in een hoek van de kamer tot stilstand, gericht op een papegaai.
“Was jij dat, die tegen me praatte ?”, siste de dief tegen de papegaai.
“Yes”, bekende de papegaai en krijste verder:
“Ik wil je alleen maar waarschuwen dat hij naar je kijkt”.
De inbreker ontspande zich weer een beetje: “Me waarschuwen, hè?
En wie ben jij dan wel ??”
“Mozes”, antwoordde de vogel.
“Mozes ?”, lachte de inbreker, “wie noemt een vogel nu Mozes ?”
“Hihi”, lachte de papegaai, “mensen die hun Rottweiler Jezus noemen !”.