Er komen drie vrouwen uit de kroeg tidens de carnaval. Ze zijn behoorlijk aangeschoten. Midden op straat struikelt er een over een dronken kerel. "Even zien wie het mag zijn; nou het is mijn Piet niet ,die heeft veel grotere neus."Zegt de eerste vrouw Nummer twee voelt hem aan zijn oren: "Nee het is Henk ook niet." De derde voelt hem in zijn kruis en zegt: "Het is een vreemdeling zeker die verdwaalt is zeker.... en zeker niet iemand uit ons dorp."
Tijdens de carnamal moet een man in een druk cafe even naar de WC. Om te voorkomen dat zijn zojuist getapte pilsje wordt opgedronken, zet hij er een biertje bij. Op het briefje staat: "Ik heb erin gespuugd". Als de man terugkomt van de WC ziet hij dat zijn pilsje er nog staat. Het briefje met: "Ik heb erin gespuugd" staat er ook nog...... Alleen heeft iemand er iets bij geschreven: "Ik ook".
Er komt een man tijdens carnaval in Limburg, maar hij kan nergens meer een slaapplaats vinden. Totdat hij bij een boer komt waar hij gelukkig nog terecht kan. De andere dag mag hij met de uiterst aardige familie mee ontbijten. Na het ontbijt staat de oudste zoon open zegt: "Ik ga naar het carnaval."
Vervolgens grijpt hij zijn moeder in het kruis en vertrekt.
Even later komt de tweede zoon en zegt: "Ik ga ook naar het carnaval."
Ook hij grijpt moederlief in het kruis en verblikt of verbloost niet en vertrekt.
Nadat zo 6 kinderen zijn vertrokken, niet voordat ze moeder in het kruis hebben getast, vraagt de man zich af waarin hij is beland en vraagt zich af met wat voor mensen hij te maken heeft. Hij loopt snel achter de vader van dit stelletje aan, die ook is weggegaan en moeder ook nog even in haar kruis heeft getast, en vraagt met het schaamrood op zijn kaken:
"Waarom grijpen jullie allemaal bij de vrouw des huizes in haar kruis?"
"O", zegt de beste man, "dat is niets bijzonders, moeder heeft een houten been en daar zitten 7 haken in en daar hangen al onze autosleutels aan."