maandag 6 mei 2013


Deze week is het Hemelvaart.....

dus hemelse mopjes vandaag....


Jantje mag met zijn vader mee naar Amerika op zakenreis. Als ze samen naar een zakendiner gaan in een wolkenkrabber kijkt Jantje zijn ogen uit: wauw, wat een hoog gebouw. Ja, zegt vader, zo'n gebouwen hebben ze hier allemaal. Afijn, ze stappen in de lift en op een gegeven moment vraagt Jantje aan zijn vader: Weet God wel dat wel komen???


Drie vrienden zijn tijdens een auto ongeluk overleden en zitten voor een in-take interview bij Petrus. Petrus vraagt hen: "Als je in je kist ligt opgebaard, met al je vrienden en familie om je heen, wat zou je dan het liefst van ze willen horen?" De eerste man zegt: "Ik zou graag horen, dat men zegt dat ik een fantastische dokter was, een fijne vader voor mijn kinderen en een liefhebbende man"
De tweede man zegt: "Ik wil graag dat de mensen over mij spreken als de uitermate goede leraar die voor een groot aantal kinderen een belangrijke rol heeft gespeeld" De derde man zegt: "Ik zou de mensen graag horen zeggen .. Kijk, hij beweegt!"


Er komt een man bij Sint-Pieter aan de hemelpoort. Sint-Pieter vraagt hem of hij tijdens zijn leven op Aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort. "Ik kan mij wel zoiets herinneren", zegt de man. "Ik passeerde een parking langs de autosnelweg waar een groep Hell's Angels hadden halt gehouden en bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daar moesten mee ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell's Angel toe gestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Toen heb ik naar de andere Hell's Angels geroepen: 'En nu oprotten jullie, of ik leg jullie er allemaal naast!'" Sint-Pieter was onder de indruk en vroeg: "Wanneer was dat precies?" Antwoordt de man: "Een paar minuten geleden, denk ik."


De paus loopt in de tuinen van het Vaticaan en valt in het drijfzand. Hij zakt er tot zijn middel in. Toevallig ziet een brandweerman op de fiets het en biedt de Paus hulp aan. "Nee", zegt de Paus, "De heer zal mij redden!" 's Middags als de brandweerman terug rijdt naar huis, ziet hij dat de Paus is weggezakt tot zijn borst. Weer biedt hij de Paus hulp aan. "Nee", zegt de paus, "De heer zal mij redden!" Als de brandweerman 's avonds gegeten heeft zit 't 'm toch niet lekker en gaat nog even bij de Paus kijken. Deze staat het water nu echt aan de lippen. "Hier heb je een touw, pak aan man, want je verzuipt!" zegt de brandweerman, maar de Paus blijft stoïcijns en zegt: "Nee, de heer zal mij redden!" Hij heeft dit nauwelijks gezegd of hij is al verzopen. Als de paus bij de hemelpoort komt maakt hij een hoop stampij. Hij is toch zijn hele leven vroom geweest, waarom heeft de heer hem dan niet geholpen. "Nou nou", zegt Petrus, niet zo heet gebakerd, we hebben God beter het tot 3 KEER toe een brandweerman laten sturen!"