Op restaurant……..
…omdat veel mensen met de kerst uit eten gaan….
Een man wilde wat eten en ging naar een restaurant dat 'Joris en de Draak ' heette. De deur was nog op slot, maar volgens het bordje op de deur zou het restaurant open moeten zijn. Hij tikte tegen de ruit en een vrouw deed open. 'Kan ik hier iets eten?' 'Nee', riep de vrouw en smeet de deur dicht. Weer klopte de man aan en toen de vrouw weer opendeed, vroeg hij: 'Kan ik nu Joris even spreken?…….'
Theo eet tussen de middag vlug een hapje in een cafe-restaurant, de zogenaamde 'daghap'. Vrij snel krijgt hij een bord voor zijn neus met biefstuk, aardappelpuree en doperwten. Het lijkt heel lekker, maar al gauw blijkt er van alles aan te mankeren. Hij zegt tegen de bediende: 'Mijn biefstuk is als leer, de puree plakt aan mijn gehemelte – dat lijkt wel stijfsel en die doperwten zijn zo hard als knikkers…. roep de kok!' 'Ach meneer, die kan ik wel roepen maar die eet het ook niet op!'
Een man heeft in een restaurant soep besteld. Toen de ober de soep op tafel had gezet, zei de man: "Er drijft een gehoorapparaatje in mijn soep."
De ober: "Wat zegt u?"
Er komt nogal een sjieke meneer een restaurant binnen. Hij zegt: "Ober, ik wil graag een Barneveldse kip hebben." De ober loopt naar de keuken, haalt een kip bij de kok en loopt er mee naar de klant. "Is deze goed?" vraagt de ober. De man steekt zijn vinger in de kont van de kip, steekt zijn vinger in zijn mond en in de lucht, en zegt: "Ober, deze kip komt niet uit Barneveld. Deze kip komt uit Hoenderlo." De ober loopt weer naar de keuken, haalt een andere kip en gaat er mee terug naar de klant. "En deze meneer, is deze goed?" De klant steekt weer zijn vinger in de kont van de kip, steekt zijn vinger in zijn mond en in de lucht, en zegt: "Ober, deze kip komt niet uit Barneveld. Deze kip komt uit Staphorst." Een dronken vent aan de bar zit dat zo eens aan te kijken. Hij stapt van zijn kruk, loopt naar de klant en zegt: "Meneer, zou u bij mij ook even de vinger in de kont willen steken, want ik weet helemaal niet meer waar ik woon!"
Een man loopt over straat. Hij heeft enorme honger, maar heeft weinig geld. Hij gaat een restaurant binnen, kijkt op de menukaart en ziet dat hij net voldoende geld heeft om een bord soep te kunnen bestellen. Hij bestelt bij het dienstertje een bord soep, maar al hij het bord half leeg heeft gegeten, weet hij al dat hij straks nog steeds honger zal hebben. De man bedenkt hoe graag hij wat brood bij de soep zou willen eten. Desnoods maar een sneetje brood zonder boter. Hij besluit het dienstertje erom te vragen. Hij wenkt haar, en als zij aan komt lopen, vraagt hij: "Juffrouw, heeft u misschien een droog sneetje?" "Nee mijnheer," zegt zij: "Dat zijn mijn schoenen die zo kraken."