dinsdag 10 augustus 2010

Brief

Lieve John, Ik schrijf deze brief langzaam, want ik weet dat je
niet snel kan lezen.

We wonen niet meer op dezelfde plek als toen je vertrok. Je schoonvader las in de krant dat de meeste ongelukken dicht bij huis gebeuren, dus zijn we maar verhuisd. Jammer genoeg kan ik je het adres ook niet sturen, want de mensen die hier woonden hebben het huisnummer meegenomen toen zeverhuisden zodat ze hun adres niet hoefden te veranderen.
Het is hier heel erg leuk. Er is zelfs een wasmachine. Ik weet nog niet of het goed werkt, want vorige week heb ik er kleren ingedaan en ze nooit meerteruggezien.
Het weer is ook best wel mooi hier. Vorige week heeft het maar twee keer geregend: de eerste keer drie dagen en de tweede keer vier dagen.

Die jas waar je om vroeg, mijn broer zei dat het te zwaar zou zijn om over de post te sturen, dus we hebben de knopen maar afgesneden en in de zakken gedaan.
Gisteren heeft Esther haar sleutels in de auto opgesloten. We maakten ons
zorgen, want het duurde zeker twee uren om mij en je schoonvader eruit te krijgen.
Je schoonzus is vanmorgen bevallen. We weten nog niet of het een jongen of meisje is, dus ik kan je nog niet zeggen of je oom of tante geworden bent. De baby lijkt sprekend op je broer.

De buurman is vorige week in een vat whisky gevallen. Een paar kerels
probeerden hem eruit te trekken, maar hij heeft zich dapper verzet. We
lieten hem cremeren, en hij heeft zeker drie dagen lang gebrand.
Drie van je oude vrienden zijn zaterdag met de pickup van een brug af gereden.
Kees zat aan het stuur. Hij deed het raam omlaag en kon zo zichzelf
redden. De twee anderen zaten achterin, en zijn dus verdronken want ze
konden het achterraampje niet open krijgen.
Voor de rest is er geen nieuws. Er gebeurt hier niet zoveel hoor.

Liefs,
Ma

PS.: Ik zou wat geld voor je sturen, maar ik had de enveloppe al
dichtgeplakt. Sorry.