maandag 24 augustus 2020



Voor het merendeel van de jeugdigen geldt:

In onze regio heeft de jeugd de laatst vakantieweek voordat ze weer in de schoolbanken belanden, we bereiden ons vast voor met het 
 weekthema van deze keer:


Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
"Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?"
Waarop de student antwoordt: "Een telescoop."
"Goed," zegt professor, "en om naar bacteriën te kijken?"
"Een microscoop."
"Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?"
Waarop de student vraagt: "Kan dat dan?"
"Ja," zegt de professor.
"O Ja?? Waarmee dan?" vraagt de student.
"Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!"


Een jongetje komt thuis van school en zegt trots: 'Mama, ik was de enige die een vraag van de meester kon beantwoorden.' 'En wat vroeg hij dan wel?' "Wie heeft die punaise op mijn stoel gelegd?"


Een moeder trof haar zoon in bed aan, terwijl hij al lang op school had behoren te zijn. Ze zei hem ogenblikkelijk naar school te gaan, of anders twee goede redenen te geven om zulks niet te doen. 'Ten eerste vinden de kinderen me niet aardig. En ten tweede vinden de leraren me he-le-maal niet aardig. Geef mij maar eens twee goede redenen waarom ik wel naar school zou gaan.' 'Nou, ten eerste ben je veertig. En ten tweede ben je rector.'



Les 1:
ik ga naar school =tegenwoordige tijd
ik ging naar school = verleden tijd
ik zit op school = verloren tijd
ik werk voor school = stommiteit